Logo Bijbelvers.net

2 Samuël 11:21



Statenvertaling
Wie sloeg Abimélech, den zoon van Jerubbéseth? Wierp niet een vrouw een stuk van een molensteen op hem van den muur, dat hij te Thebez stierf? Waarom zijt gij tot den muur genaderd? Dan zult gij zeggen: Uw knecht, Uría, de Hethiet, is ook dood.

Herziene Statenvertaling*
Wie doodde Abi­melech, de zoon van Jerubbeseth? Wierp niet een vrouw een stuk van een molensteen op hem vanaf de muur, zodat hij in Tebez stierf? Waarom bent u zo dicht bij de muur gekomen? – dan moet u zeggen: Uw dienaar Uria, de Hethiet, is ook dood.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Wie versloeg Abimelek, de zoon van Jerubbeset, wierp niet een vrouw een bovenste molensteen op hem van de muur af, zodat hij bij Tebes de dood vond, waarom zijt gij zo dicht bij de muur geko­men? Dan moet gij zeggen: ook uw knecht, de Hethiet Uria, is dood.

King James Version + Strongnumbers
Who H4310 smote H5221 ( H853 ) Abimelech H40 the son H1121 of Jerubbesheth? H3380 did not H3808 a woman H802 cast H7993 a piece H6400 of a millstone H7393 upon H5921 him from H4480 - H5921 the wall, H2346 that he died H4191 in Thebez? H8405 why H4100 went ye nigh H5066 - H413 the wall? H2346 then say H559 thou, Thy servant H5650 Uriah H223 the Hittite H2850 is dead H4191 also. H1571

Updated King James Version
Who stroke Abimelech the son of Jerubbesheth? did not a woman cast a piece of a millstone upon him from the wall, that he died in Thebez? why went all of you nigh the wall? then say you, Your servant Uriah the Hittite is dead also.

Gerelateerde verzen
2 Samuël 3:27 | Richteren 6:32 | 2 Samuël 3:34 | Jesaja 14:10 | Richteren 7:1 | Ezechiël 16:51 - Ezechiël 16:52 | Richteren 9:50 - Richteren 9:54 | Psalmen 39:8